Ga naar de inhoud

Wie zijn Siegfried en Dennis Fijnvandraat ?

Vlnr : Siegfried, kleinzoon Evert en zoon Dennis Fijnvandraat
Vlnr : Siegfried, kleinzoon Evert en zoon Dennis Fijnvandraat

 In onze serie ‘Wie is deze Fijnvandraat /Fijn van Draat’, waarin we nader kunnen kennis maken met een achternaamgenoot, treden nu twee Fijnvandraten samen voor het voetlicht: een vader en zoon, resp. Siegfried (*1949, genealogische code XIIb) uit Tilburg en Dennis (*1982, XII b) uit Wijchen.

Op een zonnige  julimiddag  bracht uw verslaggever een bezoek aan Wijchen voor een vraaggesprek met zowel Siegfried als Dennis Fijnvandraat in de mooie woning van Dennis. Uit dit dubbelinterview kwam voor hem het volgende beeld van beiden naar voren.

Siegfried en Dennis zijn loten aan de oudste tak van de familie – zoals de letter b in hun genealogische code al aangeeft – en vrijwel de oudste persoon van hun generatie. In de verticale stamboom staan ze helemaal links, in de meer recent gepubliceerde horizontale stamboom staan ze bovenaan.

Siegfried en Dennis  behoren tot een van de twee takken van de familie die in het eerste deel van de 20e eeuw in Indonesië hebben geleefd.  De grootvader van Siegfried, Cornelis Fijnvandraat (1874-1939, Xb) en diens broer Arie Everardus (1877-1945, Xd) emigreerden begin vorige eeuw naar Nederlandsch Oost- Indië (Indië), zoals dat toen heette, en gingen in Blora (Midden Java) wonen. Cornelis vervulde daar een functie bij de Bataafse Petroleum Maatschappij (BPM, een werkmaatschappij van de Koninklijke/Shell Groep, die in het nabijgelegen Tjepoe oliebronnen en een raffinaderij had).  Arie ging er bij de Nederlandsch-Indische Spoorweg Maatschappij werken.  Cornelis trouw-de een Javaanse vrouw, Kenitie, uit welk huwelijk een zoon Evert Jacob Willem (1914-1994, XIb, vader van Siegfried) en twee dochters werden geboren. Ook Evert ging een functie (opzichter) vervullen bij de BPM  in Blora/ Tjepoe.

Hoewel het leven in die tijd naar de huidige maatstaven overal nogal sober was, konden  Nederlanders in Indië in een relatief behoorlijke welstand leven, zeker in vergelijking met de inheemse bevolking (‘ínlanders’). De Nederlandse bedrijven betaalden hun Nederlandse personeel in Indië doorgaans heel goed, woningen en inheems huispersoneel waren goedkoop. Ook het tropische klimaat werd meestal als aangenamer ervaren dan het kille Nederlandse weer. Hoewel de meeste boeken en films over die tijd in Indië het bestaan daar nogal romantiseren, was het leven er voor de meeste Nederlanders tot 1941doorgaans toch heel goed. Hieraan werd later – na de terugkeer naar Nederland na de Tweede Wereldoorlog – door de betrokkenen vaak met veel nostalgie en weemoed teruggedacht. Het eind aan dit goede leven kwam met de inval van Japan, de capitulatie van het Koninklijk Nederlands Indische Leger (KNIL) op 9 maart 1942,  en de daarop volgens bezetting van Indië door Japan en internering van de Nederlanders en andere niet-inlanders in krijgsgevangenen-  en burgerkampen. Het leven in deze ‘Jappenkampen’ was afschuwelijk en levensbedreigend door honger, uitputting, ziekte of mishandeling. Drie leden van de familie Fijnvandraat in Indië overleefden deze kampen niet.  Direct na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 riep Soekarno de Republiek Indonesië uit, maar in feite traden er tijdelijk een machtsvacuüm en anarchie in, waarbij jeugdbendes van inlanders hun kans schoon zagen om ernstig geweld tegen en zelfs moorden op Nederlanders te plegen (periode ‘Bersiap’).  Veel Nederlanders repatrieerden zo snel mogelijk na de oorlog naar Nederland en de meeste anderen werden door Soekarno tijdens de oplopende Nieuw-Guineacrisis in 1958 het land uitgezet.

Ook het gezin van Evert moest uit Indie vertrekken en  repatrieerde in 1958 naar Nederland. Het gezin vestigde zich in 1959 te Tilburg. Daar groeide Siegfried vanaf zijn 9e jaar verder op en ging er naar school; hij deed veel van sport (o.a. body building) en had daardoor een krachtig postuur. Op aanraden van zijn vader Evert ging Siegfried na zijn militaire dienst iets doen wat niet zo makkelijk is en ging hij de uitdaging aan de lastechniek tot zijn beroep te maken.  Siegfried haalde een breed scala van lascertificaten voor alle staalsoorten en gietijzer in zo ongeveer alle constructies en installaties en werkte in vele landen van Europa. Betrouwbare lassen zijn van levensbelang in de bouw, in alle stalen constructies zoals voertuigen, hijswerktuigen, bruggen  en vooral bij aardgaspijpleidingen en in de procesindustrie. Een slechte las kan daar een ramp tot gevolg hebben !   Siegfried kijkt met voldoening en gepaste trots terug op zijn loopbaan, in de wetenschap dat de resultaten van zijn werk vitale verbindingen  blijven in tal van installaties die voor de samenleving essentieel zijn.

Siegfrieds zoon Dennis, werd in Tilburg geboren en groeide daar ook op. Net als zijn vader in diens jongere jaren, houdt hij veel van sport  Na zijn schooltijd zocht hij een beroep met ook fysieke uitdagingen; hij meldde zich op 20-jarige leeftijd aan bij Defensie. Vanwege  zijn  oogbeperkingen (hij heeft een bril nodig) kon hij niet worden goedgekeurd voor zijn het onderdeel van zijn voorkeur, het Korps Mariniers, maar wel voor de Luchtmobiele Brigade. Hij volgde de zowel fysiek als geestelijk zeer zware opleiding hiervoor in Schaarsbergen met succes en verdiende daarmee zijn ‘rode baret’,  het wereldwijde symbool voor parachutisten en luchtmobiele infanteristen. Achteraf gezien vindt Dennis dat hij dit al drie jaar eerder had moeten doen. Vervolgens werd hij in 2004 vijf maanden ingezet in Irak als konvooibeveiliger en in 2008 in Afghanistan. Vooral bij deze laatste missie was het ‘echt menens’. Hij belandde daar meermalen in een gevechtszone met de Taliban, waarbij schoten werden gewisseld. Na die tijd volgde Dennis bij Defensie een opleiding tot verpleger bij de geneeskundige troepen.  Dennis denkt met veel plezier terug aan zijn tijd bij Defensie waarbij hij de wederzijdse kameraadschap met zijn collega’s als belangrijkste pluspunt koestert. Helaas is aan deze mooie tijd een eind  gekomen door de bezuinigingen bij Defensie, waarbij het moest vertrekken. Dank zij de opleiding voor de geneeskundige troepen, kon hij weer een baan in de burgermaatschappij vinden en wel als begeleider van psychiatrische patiënten. Hij werkt nu in die functie bij een instelling te Wolfheze.

Dennis is in 2009 getrouwd met Geertruid (Miranda) van Heumen, en is de trotse vader van Evert Hendrikus Siegfried Fijnvandraat (*2010), een jongen met zo te zien een stevig lijf en die graag buiten speelt.

Je kunt geen reactie plaatsen, maar trackbacks en pingbacks zijn beschikbaar.